spondylosis

spondylosis

Degeneratieve schijfziekte (DDD) of spondylose verwijst naar de geleidelijke achteruitgang van de schijf tussen de wervels in de ruggengraat. Deze ziekte komt veel voor en treft maar liefst 40-50% van de mensen ouder dan 40 jaar. De aandoening komt ook steeds vaker voor naarmate we ouder worden. Het is een slijtageziekte die vergelijkbaar is met osteoartritisHet komt vaak voor in de lumbale wervelkolom (onderrug), maar het kan op elk niveau van de wervelkolom voorkomen.

Bij DDD worden de schijven plat en verliezen ze hun normale hoogte. Deze schijfhoogte is wat de schijf erboven scheidt van de schijf eronder. Zenuwbanen kunnen vernauwd raken en zenuwbeknelling, ontsteking en pijn veroorzaken wanneer de schijfhoogte verloren gaat.

Gedegenereerde schijven worden veel dunner en soms ontwikkelen de wervels ook kleine, ruwe gebieden die de nabijgelegen zenuwen irriteren. Ernstige nekpijn en stijfheid en pijn in de armen en handen kunnen hiervan het gevolg zijn.

Medicatie en oefeningen vormen de eerste aanpak.

Cervicale spondylose is een veelvoorkomende aandoening waarbij er sprake is van chronische degeneratie van de botten van de nek (cervicale wervelkolom) en de kussens tussen de wervels (tussenwervelschijf). Dit wordt behandeld door een cervicale wervelkolomoperatie waarbij de versleten schijven of botuitsteeksels worden verwijderd, afhankelijk van het onderliggende probleem. Soms wordt de opening opgevuld door een transplantaat van bot of andere implantaten van metaal in combinatie met bot.

Symptomen van spondylose kunnen mild zijn, zoals incidentele rugpijn, maar ook chronisch lage rugpijn. pijn in de rug die ernstig genoeg is om dagelijkse activiteiten te beperken. Het mechanische type pijn neemt toe naarmate er meer stress of belasting op de onderrug wordt geplaatst. Buigen, tillen en draaien zijn de soorten bewegingen die het kunnen verergeren.

Management

Degeneratieve schijfziekte vereist slechts zelden een operatie. De meest gebruikte niet-chirurgische behandelingen omvatten ontstekingsremmende medicijnen, fysiotherapie en oefenprogramma's. Een operatie is vereist wanneer de patiënt zeer ernstige slopende symptomen heeft; pijn de dagelijkse activiteiten verstoort en niet-chirurgische behandeling na een redelijke periode, meestal ten minste zes maanden, is mislukt.

Fusiechirurgie wordt meestal uitgevoerd en dit stopt permanent de beweging van de wervelkolom op het niveau van de gedegenereerde schijf. Dit helpt pijn te verlichten. Fusiechirurgie werkt het beste wanneer het beperkt is tot één of twee schijven. Omdat we vijf schijven in de lumbale wervelkolom hebben, nemen de niet-gefuseerde schijven het over om voldoende functie van de onderrug te bieden.

Soms kan er ook een kunstmatige schijf in de schijfruimte worden geplaatst nadat de gehele gedegenereerde schijf is verwijderd. Dit helpt om de schijfhoogte te herstellen, de wervelkolomfunctie te verbeteren en de slopende pijn te verlichten.